Interview met de ‘Flying Dutchman’: Nathan Butin Bik

Door veel te trainen en oefenen. Ook moet je scherp blijven in een partij.

Op welke leeftijd ben je begonnen met schermen?

Nou, dat is eigenlijk wel een grappig verhaal, want ik ben op achtjarige leeftijd begonnen op sabel, maar toen ging ik floret doen! Toen ik ongeveer tien was, ben ik weer teruggegaan naar sabel en dat doe ik nu momenteel nog steeds.

Hoeveel uur per week spendeer je aan training?

Rond de drie à vier uur per week. Maar af en toe gaan we ook ergens anders naartoe om daar te trainen.

Hebben je trainingen en wedstrijden invloed op je schoolresultaten?

Nee, verrassend genoeg niet. Ik blijf goede cijfers halen. Maar als ik een heel belangrijke toets heb voor school, dan ga ik een avondje niet trainen.

Wie was je moeilijkste tegenstander tot nu toe?

Soulayman, ik weet alleen zijn achternaam niet.

Wat was je beste sportprestatie?

Vlaams kampioen worden, haha. Van Soulayman winnen, dat was nog niet eens heel gemakkelijk, omdat hij ruim twee koppen groter was dan ik! Ook kon hij zijn afstand enorm goed inschatten, dus dat maakte hem een moeilijke tegenstander. Desondanks won ik van hem en ontving een grote, gouden beker!

Hoe bereid jij je mentaal en fysiek voor op een wedstrijd?

Eerst ga ik een warming-up doen. Dus benen en armen strekken, rondjes rennen, et cetera. Dat is heel belangrijk, want je moet je spieren opwarmen. Daarna ga ik even wat voetenwerk doen en uiteindelijk ga ik meestal inschermen met iemand anders, om er even in te komen. Mentaal heb ik niet echt een voorbereiding.

Wie traint jou?

Mijn vader, maar op de donderdag soms ook een andere leraar.

Wat zijn jouw specialiteiten in schermen?

Standaard aanvallen, versnellen en een wering midden in de lucht te maken.
 
Wat is je allergrootste droom in de schermwereld?

Mijn grootste droom is op het podium komen bij de Europese- en Wereldkampioenschappen.

En als allerlaatste vraag: zou je deze sport aanraden aan andere kinderen?

Natuurlijk!!


Ryan Waasdorp, 1K

> In beeld